Deze website gebruikt cookies en verzamelt daarmee informatie over het gebruik van de website om deze te optimaliseren.
Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies.

SLUITEN

Nu herinnert helaas alleen de naam Molenstraat nog aan de vroegere korenmolen

Wanneer de eerste windkorenmolen van Vianen werd opgericht, is niet bekend. Wel weten we, dat deze aan het einde van de Molenstraat werd gebouwd, waar tot 1913 nog een korenmolen stond.

Oudste vermelding

Deze is te vinden op een stadsplattegrond uit 1560 van Jacob van Deventer. In 1562 was Laurens Wouterszoon de eerste molenaar van de molen aan de Molenstraat. De molen stond precies op de hoek van de westelijke en zuidelijke stadsmuur, iets terug liggend van de weergangen van de muur. Een voor stedelijke molens veel voorkomende locatie, want daar werd immers de meeste wind gevangen.

open standerdmolen

Dat de molen een open standerdmolen was, blijkt uit het schilderij van Hendrik Cornelisz. Vroom, voorstellende de intocht van Johan Wolfert van Brederode te Vianen. Op de achtergrond is de standerdmolen op de stadswallen te herkennen.

Archiefstuk uit 1691

Het oudst bewaard gebleven archiefstuk is een bestek uit 1691 voor de bouw van een nieuwe wipkorenmolen, die de oude standerdmolen moest vervangen. Uit het bestek blijkt, dat de wipmolen een vlucht had van meer dan 25 meter. De molen werd opgericht op een vierkant muurwerk van twee verdiepingen van elk 3 meter hoog. Uit de te slopen standerdmolen moesten de bovenas en de roeden worden bewaard, om ze voor de nieuwe wipmolen te kunnen gebruiken. Conclusie is dat ook de standerdmolen vrij groot moet zijn geweest.

Op foto’s van de Viaanse korenmolen uit zijn laatste bestaansfase is echter geen wipmolen, maar een houten achtkante bovenkruier te zien. Terwijl bijna alle achtkante stellingmolens in Nederland op een passend achtkantig voetstuk werden gebouwd, stond de Viaanse achtkante bovenkruier op een vierkante gemetselde voet. Bewijs dat de achtkante bovenkruier op de stenen voet van de oude wipmolen werd opgericht.

Verwoest door brand

In 1838 werd de wipkorenmolen door brand verwoest. De molen kon spoedig door een achtkante bovenkruier worden vervangen, omdat deze tegen brand was verzekerd. Het gemetselde onderstuk van de afgebrande wipkorenmolen bleef gehandhaafd. In september 1902 kocht A.F. Remmerde, korenmolenaar van Lexmond, de molen voor 7.000 gulden. Er was toen sprake van een wind-stoomkorenmolen. Ook de Viaanse molen was toen al een stoommaalderij, zodat ook gedurende windstille perioden kon worden gemalen.

Verschillende eigenaren

De toenmalige molenaar J.J. de Heus werd in 1838 of 1839 eigenaar van de molen. Daarvoor was de molen eigendom van Dirk van Welij en oorspronkelijk was de molen eigendom van de domeinen. In 1803 kocht de gemeente Vianen de molen en verhuurde hem aan Jasper Vink. In 1809 verkocht de gemeente de molen voor 4.500 gulden aan Jan Vink, zoon van Jasper.

Einde van de molen

In de nacht van 10 op 11 april 1913 sloeg de molen bij harde wind en te veel zeilvoering op hol, en kon men de molen niet meer in toom houden. Door te blijven “vangen” (remmen) werd de wrijving van de vang op het bovenwiel te groot. De molen brandde daardoor uit. Het gemetselde onderstuk dat ook de eerdere brand had overleefd bleef intact. De vierkante onderbouw werd voorzien van een eenvoudig dak en heeft nog jaren dienst gedaan als motormaalderij.

Slopershamer

In 1964 besloot de gemeente de weergangen van de oude stadsmuur bloot te leggen en te restaureren. De onderbouw en de molenberg waren daarvoor nooit een belemmering geweest voor de verdedigingsfunctie van de spaarbogen onder de weergang van de stadsmuur. Nu vond men echter, dat deze restauratie in de weg stond en verdwenen door de slopershamer. Momenteel herinnert helaas alleen de naam Molenstraat nog aan de vroegere korenmolen.

Oudste vermelding van de korenmolen is uit 1560, op een stadsplattegrond van Jacob van Deventer

© 2021 | Stichting Herbouw Wipkorenmolen Vianen  
Design by: © Fecit Vormgevers bv
Fotografie: © Fotostudio Marks